Back in town!
Door: Marieke
Blijf op de hoogte en volg Marieke
08 December 2007 | Suriname, Paramaribo
We zijn weer in de bewoonde wereld! De afgelopen twee weken waren geweldig, we hebben zoveel gezien en meegemaakt dat ik niet weet waar ik moet beginnen...
De dag voordat we vertrokken was het Onafhankelijkheidsdag en het was erg gezellig in de binnenstad met veel kraampjes en muziek, een soort koninginnedag maar dan leuker.
Op maandag vertrokken we richting Brownsberg en mooi, maar erg toeristisch natuurreservaat. We zaten in een busje met een erg gezellige Nederlands-Surinaamse familie. Voor vertrek raadde iemand ons aan om nog even een hoofddoek te kopen tegen het stof en dat hebben we toen dus maar gedaan. Bij Paranam haalden alle vrouwen in het busje hun hoofddoeken tevoorschijn en al snel begrepen we waarom: het rode bauxietstof stoof alle kanten op en alles werd al snel rood van het stof...
Op Brownsberg hebben we in onze hangmatten geslapen, de eerste nacht tussen heel veel mensen die met een georganiseerd tripje mee waren (en een heel hard snurkende kok...) en de tweede nacht hadden we de grote hangmathut ineens helemaal voor onszelf, dus toen hebben we heerlijk geslapen. We hebben op Brownsberg veel mooie wandelingen gemaakt naar watervallen en veel dieren gezien, zoals verschillende soorten apen, hele grote blauwe morpho-vlinders, hagedissen, een eekhoorn, enz. We kwamen tijdens een wandeling een groepje met een gids tegen en die gids was heel verbaasd dat wij zonder gids rondliepen. Een klein stukje verderop zagen we brulapen in de bomen zitten, waar die gids dus zo met zijn groep aan voorbij was gelopen...
Vanaf Brownsberg zijn we met de bus doorgereisd naar Atyoni, het laatste plaatsje dat over land te bereikbaar is. Die reis was een bijzondere ervaring... Stel je voor: je hebt een afgedankte vrachtwagen en weet niet wat je ermee moet doen. Dan besluit je er een paar harde banken in te zetten en een paar raampjes te maken. Je laadt het helemaal vol met mensen en bagage en rijdt iedere dag op en neer tussen Paramaribo en Atyoni. Je noemt het een "jumbo" of "'s lands bus" en iedereen die erin zit is in Atyoni helemaal rood van het stof, omdat de passagiers toch liever stikken in het stof met de raampjes open dan stikken van de hitte met de raampjes dicht...
Vanaf Atyoni zijn we met de boot naar verschillende dorpen aan de Surinamerivier gegaan, waar we steeds 2 of 3 nachten bleven. Op het eiland Isadou en in Gunsi sliepen we in een houten huisje in Saramakaanse stijl aan de rivier, bij de rastamannen in Pikin Slee sliepen we in een mooi, groot, houten huis dat de mannen zelf gebouwd hadden en in Botopasi, onze laatste stop, hadden we hangmatplekken bij een vrij luxe hotel (door in onze hangmatten te slapen konden we hier 10 euro per persoon per nacht uitsparen).
Op sommige plekken werd er voor ons gekookt, maar soms moesten we zelf koken. En dat was best lastig, omdat er in de dorpen vaak niet zoveel eten te vinden was. Toen we op Isadou sliepen hadden we ons met een bootje laten overzetten naar het dorpje Jaw-Jaw, waar een winkeltje zou zijn. Die winkel bleek gesloten te zijn, maar gelukkig nam een meisje ons mee naar een piepklein winkeltje achterin het dorp waar we een paar dingen konden kopen. Je kon merken dat ze er niet aan gewend waren dat mensen meerdere dingen tegelijk kochten, want het optellen kostte ze erg veel moeite... De dagen dat we zelf moesten koken hebben we nogal rare maaltijden gehad, omdat we niet veel eten hadden kunnen vinden. We ontbeten meestal met koekjes en thee en verder hebben we een keer spaghetti met witte bonen in tomatensaus en doperwten gegeten, niet echt aan te raden... Als je een blik bruine bonen mengt met een blik gemengde groenten, dan krijg je trouwens een bonensoep die best te eten is. Dit konden we helaas maar 1 keer eten, omdat gemengde groenten een luxe is die alleen in de stad te krijgen is. We hadden dit blikje als noodvoorraad meegenomen vanuit Paramaribo.
Absoluut de leukste plek waar we zijn geweest was Pikin Slee. De tocht erheen was al heel leuk. We konden meevaren in een boot die al heel vol zat. Ik zat voorin de boot op een bankje en achter mij lag een rastajongen languit in de boot, half van de wereld. Voor mij zat de bootsjongen, die al heel snel begon te flirten en zei dat hij het jammer vond dat ik er in Pikin Slee al uit moest, want als hij en ik op dezelfde plaats aan land zouden gaan, dan hadden we over liefde kunnen praten...
Omdat het water heel laag stond, liep de boot een paar keer vast, waarna alle mannen en 1 dappere vrouw meteen het water insprongen om de boot los te sjorren. De rastajongen en bootsjongen zeiden de hele tijd tegen me dat ik niet bang hoefde te zijn en ik antwoordde de hele tijd dat ik ook echt niet bang was...
Volgens de reisgids woont er in Pikin Slee een rastafari gemeenschap, maar dat bleken maar een stuk of 12 rastamannen te zijn die verspreid over het dorp wonen. Vijf van die mannen maken hele mooie houten meubels en ze hebben een mooi huis gebouwd waar gasten kunnen overnachten. Deze rastamannen waren ontzettend vriendelijk en we voelden ons echt welkom in Pikin Slee. We hebben hele leuke gesprekken gehad op de veranda van het huis. Toen ik Toya, 1 van de rastamannen, vroeg wat rastafari zijn precies inhoudt, vertelde hij dat hij een keer een film over Bob Marley had gezien en toen besloot om ook rastafari te worden. Rastaman Edje zei toen snel dat het ook een geloof is en een levensovertuiging... Ze gaan in Pikin Slee wel vrij flexibel om met de rastafari leefregels: ze eten wel min of meer vegetarisch, maar volgens mij eten ze wel vis. Alcohol drinken ze officieel niet, maar bier is dan wel een uitzondering en Toya vertelde dat ze af en toe, als ze het erg druk hebben, Campari drinken, "want dat is dan nodig".
De rastamannen zetten zich hard in voor het dorp en je kon merken dat Toya en zijn mannen erg geliefd zijn.
In Pikin Slee werden we meer als vrienden behandeld dan als toeristen waar geld aan te verdienen was. Toen we vertrokken naar Botopasi, bracht Toya ons er zelf gratis heen in zijn boot (op andere plekken hadden we zeker moeten betalen voor die boot). Een dag later belde hij de eigenaar van het hotel, omdat hij mij nog een keer wilde spreken om gewoon even te kletsen...
In die twee weken in het binnenland hebben we veel dorpen bezocht waar halfnaakte vrouwen de (af)was deden in de rivier en overal blote kinderen rondrenden. De mensen leven er echt met de rivier en vooral 's morgens en aan het eind van de middag is het enorm druk op de rotsen langs het water. Toen we in Pikin Slee aanmeerden stond er een vrouw haar tanden te poetsen in het water terwijl er vlak naast haar een meisje ongegeneerd in het water stond te plassen...
Gisteren zijn we teruggevlogen naar Paramaribo in een gammel, lekkend, 18-persoons vliegtuigje. Toen we net waren opgestegen gingen we ineens weer steil omlaag en ik dacht even dat we aan het neerstorten waren. Maar we bleken een tussenlanding te maken in Gunsi, een paar kilometer van waar we opgestegen waren, omdat er daar nog 2 mensen opgepikt moesten worden.
Dit weekend blijven we in ieder geval in Paramaribo, even genieten van de luxe van airco en stromend water. Wat we daarna gaan doen weten we nog niet precies, dat horen jullie nog wel.
Tot over een week in Nederland!
Liefs, Marieke
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley